Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 02 januari 2020

Afval- en recyclingsector kiest:

De aanvoerders van 2019

In de laatste maand van het jaar zijn het doorgaans de eindejaarslijsten van radiostations die de mensen bezighouden. Of het 'woord van 2019'. Of het beste boek. De lijst met beroemdheden die zijn overleden in dat jaar doet het wonderbaarlijk genoeg ook altijd goed. Net als de slechtste slogans. De redactie van Vakblad Afval!/AfvalOnline besloot dat ze dit jaar niet kon achterblijven en legde haar lezers drie vragen voor om haar eigen lijsten mee op te stellen.


  • Foto: prettyvectors | 123RF

    Wie was de meest invloedrijke persoon in de afval- en recyclingsector in 2019?

  • Wat is afgelopen jaar de grootste sprong voorwaarts geweest richting een circulaire economie?

  • Wat moet in 2020 prominent op de agenda komen?

 

Ambitie

De samenstelling van de top drie van meest invloedrijke personen in de afval- en recyclingsector in 2019 geeft treffend de verantwoordelijkheid voor afval weer. Zowel de overheid, als het bedrijfsleven, én de ‘burger’ is vertegenwoordigd. Zoals in iedere competitie kan er uiteindelijk maar één de echte winnaar zijn, en in dit geval is dat minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen. Belangrijkste reden die haar op deze erepositie brengt, is het tonen van ambitie in het ambt dat zij bekleedt. “Van Veldhoven zat op een sleutelpositie om een aantal belangrijke boodschappen en financiële prikkels af te geven en heeft daarin veel ambitie getoond”, legt een van de lezers uit. Haar vasthoudendheid op het statiegelddossier en haar uitspraak om het besluit over invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes naar voren te halen in het voorjaar van 2020, dragen bij aan haar verkiezing tot meest invloedrijke persoon.

Achter Van Veldhoven eindigen twee mannen op een gelijke positie, waarmee deze top drie bestaat uit een winnaar en een gedeelde tweede plaats. Het zijn Tonnis Hooghoudt, CEO van start-up Ioniqa, en Zwerfinator Dirk Groot. Jarenlang doorzettingsvermogen en het geloof in een nieuwe technologie waarmee petplastic eindeloos gerecycled kan worden, hebben tot de nominatie van Hooghoudt geleid. Met Ioniqa heeft hij “de wereld van afval en recycling goed opgeschud en dat betaalt zich uit in betrokkenheid van Unilever en andere brands en de bouw van een proeffabriek” schrijft een respondent.

Minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen.
Foto: Rijksoverheid/Arenda Oomen

Dirk Groot is de man die dit jaar bovenaan de lijst van dagblad Trouw stond van de belangrijkste groene en duurzame burgerinitiatieven in Nederland. Sinds 2014 verzamelt hij zwerfafval, legt gegevens daarover vast en stapt met die informatie naar bedrijven en overheden. Een bekend succes is dat hij producent van keelpastilles, AntaFlu, overhaalde om over te stappen op papieren wikkels, nadat hij had aangetoond dat de plastic wikkels van AntaFlu als zwerfafval veel voorkwamen. Groot is een terechte winnaar van de Trouw-lijst, vindt een lezer, en wijst erop dat de Zwerfinator onvermoeibaar is in het oprapen van zwerfafval en het op de politieke agenda zetten van statiegeld. De beweging die hij daarmee in gang heeft gezet, wees (verpakkende) producenten “op het desastreuze effect op de maatschappij van hun schaamteloze winstoptimalisatie”, schrijft een ander.

Een greep uit de overige genomineerden biedt een inkijkje in de veelzijdigheid van de sector: Kamerlid Pieter Omtzigt van het CDA “omdat hij milieubeleid wil sturen op basis van de werkelijkheid en niet op onderbuikgevoelens”. Staf Depla van de VNG vanwege zijn rol in de gesprekken tussen VNG en het verpakkend bedrijfsleven in het verpakkingendossier. Het bestuur van de Vereniging Afvalbedrijven en Robbert Loos in het bijzonder, Ad Lansink, Jan Jonker, Michiel Westerhoff als kartrekker op het dossier textiel, Ellen MacArthur, Alexander Pouw “die durft te investeren in installaties voor de productie van secundaire grondstoffen, terwijl de gehele markt alleen maar klaagt en niet beweegt in verband met Pfas”, en ook de Chinese en Indonesische autoriteiten “die met hun nieuwe beleid tot minimalisatie van geïmporteerd afval Nederlandse verwerkers/handelaren dwingen tot een hogere exportstandaard”.

Stap achteruit “gaf juiste perspectief”

De tweede vraag die onze redactie de lezers voorlegde was: wat is afgelopen jaar de grootste sprong voorwaarts geweest richting een circulaire economie? Hoewel nagenoeg niet één antwoord op deze vraag exact overeenkwam met een ander antwoord, valt uit alle antwoorden toch duidelijk een dossier te onttrekken waarin de grootste stappen zijn gemaakt. Het zal niet velen verbazen dat dit het dossier van kunststof verpakkingsafval is. De voortgang in dit dossier begon eigenlijk ver voor 2019 met de keuze om kunststof verpakkingsafval gescheiden in te zamelen. Die keuze heeft gezorgd voor bewustzijn rondom “de rommel die er op de markt komt” en “dat we wel heel veel (onnodig) afval hebben.” Dat bewustzijn, of de stap achteruit zoals een van de respondenten deze noemt, “gaf het juiste perspectief om weer zinvoller vooruit te gaan”. En hoe die voortgang eruitzag, blijkt uit vele andere antwoorden, zoals de tariefdifferentiatie in de kunststofverpakkingsketen die zorgt dat producenten die goed recyclebare kunststof verpakkingen op de markt brengen beloond worden met een lagere afvalbeheersbijdrage. Respondenten zien beweging bij producenten om beter recyclebare verpakkingen op de markt te zetten, en vinden dat de marktvraag naar recyclaat toeneemt. Ook de ontwikkeling van chemische recycling van niet-recyclebare plastics heeft een boost gekregen en wordt gezien als een stap voorwaarts binnen het dossier. Verder worden de afspraken rondom pmd en de Raamovereenkomst Verpakkingen tussen VNG en Stichting Afvalfonds genoemd, evenals de opening van de scheidingsinstallatie van MSN voor de magnetische scheiding van de pmd-fractie. En opnieuw wordt de invloed van de importstop door landen in Zuidoost-Azië genoemd op de bewustwording in Europa van de minder mooie recyclingfeiten. Tot slot worden ook samenwerkingsverbanden om de verpakkingsketen circulair te maken geroemd, zoals het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics en het Plastic Pact.

Technologieën die ons afgelopen jaar verder hebben gebracht richting een circulaire economie zijn volgens lezers onder meer: nascheiding, chemische recycling, de ontwikkeling van elektrische voertuigen, pyrolyse, en de CO2-afvang bij afvalverbranding. Een andere grote sprong voorwaarts vindt iemand de ambitie die 32 gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam hebben gesteld om in 2025 50 procent van de inkopen circulair te maken en snel daarna 100 procent.

Kritiek is er ook. Net als op de eerste vraag, zijn er respondenten die vinden dat het noemen van één persoon, proces, bedrijf of ontwikkeling afbreuk doet aan alle andere initiatieven die er zijn. Een terecht punt en de veelzijdigheid aan antwoorden op deze vraag onderstreept dat standpunt min of meer. Daarnaast zijn er lezers die niet geloven in een circulaire economie, of helemaal geen ontwikkeling richting een circulaire economie waarnemen op “wat leuke ideeën” na.

Verlanglijstje

Meer aandacht voor afvalpreventie en meer en betere bronscheiding. Dat zijn de twee wensen die bovenaan het verlanglijstje van de sector voor 2020 prijken. “Preventie, slim productontwerp enzovoort verdient slecht, maar is superieur aan menig circulair, tijdelijk zwaar gesubsidieerd verdienmodel”, luidt de overtuiging van een respondent. Anderen delen deze mening. Een mooi voorbeeld vindt iemand de gedachte achter Sodastream, het bedrijf dat een apparaat op de markt bracht waarmee mensen thuis hun eigen frisdrank kunnen mengen en daarmee plastic flessen besparen. “Het is misschien in eerste instantie duurder, maar dat betaalt zich zeker in de toekomst terug. Of het direct perfect is, weet ik niet, maar de gedachte is bijzonder goed, precies het tegenovergestelde van bijvoorbeeld Nespresso waarbij achteraf een oplossing voor de enorme hoeveelheid verpakkingen gezocht wordt.” Om afvalpreventie beter op te tuigen zou de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verder moeten worden uitgewerkt, vinden sommigen, waarbij iemand specifiek wijst naar het Afvalfonds Verpakkingen om hier uitvoering aan te geven. Een ander oppert om ieder seizoen sorteeranalyses van zwerfafval uit te laten voeren in representatieve gemeenten, en producenten naar percentage aandeel in zwerfafval te laten vergoeden met jaarlijks een oplopend deel.

In 2020 moet ook aandacht komen voor betere bronscheiding, zo blijkt uit de zorgen die worden geuit. Bijvoorbeeld over de kwaliteit van de bronscheiding. “Deze loopt op alle stromen fors achteruit, waardoor er meer restafval geproduceerd wordt. Er moet een kanteling komen van een kwantiteits- naar een kwaliteitsdoel”, vindt een respondent. Iemand vindt dat er duidelijke stimulerings- en sturingsmaatregelen moeten komen waarmee meer volume te recyclen materiaal uit de Nederlandse verbrandingsinstallaties kan worden gehaald. “We blijven al een lange tijd hangen op hetzelfde niveau en de markt gaat dit zonder een ander level playing field niet oplossen.” Een respondent wijst erop dat zuiverheid van secundaire grondstoffen een nadrukkelijk onderwerp is bij gemeenten met omgekeerd inzamelen “en dat is niet voor niets. […] De milieudriehoek voor een doorsnee Nederlander is geen Milieu, Kosten, Service, maar Service, Service en Service …”


Foto: ladysuzi - stock.adobe.com

Verschillende respondenten willen specifiek meer aandacht voor de groente-, fruit- en etensresten die nog in het restafval zitten. Dit zou ten eerste minder verspild moeten worden, en wat overblijft moet niet in het restafval terechtkomen. Dit zou “ervoor zorgen dat nascheiding wellicht wel mogelijk wordt. De installaties die nu draaien geven geen informatie over de resultaten en dat is niet voor niks.”

Meerdere lezers wijzen verder op de aandacht die nodig is voor zeer zorgwekkende stoffen, en in het bijzonder voor Pfas. Zij vinden dat er een einde moet komen aan onwerkbare normen. “Als niet heel snel de ‘risicogestuurde benadering’ die het Ministerie van IenW bij de lancering van het Lap3 had toegezegd, op praktische wijze wordt uitgewerkt, is de Pfas-ijsberg waar we nu tegenaan varen, nog maar het topje van waar we tegenaan gaan lopen”, klinkt een waarschuwing.

Overige wensen lopen uiteen van het stimuleren van de marktvraag naar recyclaat (en specifiek van die van r-plastic), tot artificial intelligence bij sortering, een nieuwe circulaire textielketen, de transitie van verbranding naar chemische recycling, het ontwikkelen van een roadmap richting 2030 en 2040 om meer duidelijkheid voor het bedrijfsleven te creëren, meer waardering voor alle ontwikkelingen en initiatieven van bedrijven binnen de verpakkingsketen om verpakkingen te verduurzamen, en aandacht voor “de goedbedoelde innovatieve ‘duurzamere’ verpakkingen (zoals bioplastic of paperfoam) en materialen (bagasse, bamboe). […] Iedereen lijkt het beste te willen doen, maar de verwerking/recycling van ‘duurzamere’ verpakkingen blijft achter”. Opvallend item is tot slot de wens tot een forse uitbreiding van het aantal ambtenaren op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, bij de ILT, bij het RIVM, bij Rijkswaterstaat en de NVWA. “We kampen op dit moment met een (veel) te kleine overheid. Zonder een adequaat ambtenarenapparaat kan een staatssecretaris weinig uitrichten.”

De redactie van Vakblad Afval! en AfvalOnline wil alle lezers bedanken die de moeite hebben genomen deel te nemen aan de enquête en daarmee hebben geholpen bij de totstandkoming van dit artikel.


Vakblad Afval! december 2019 (nummer 8)


Auteur: Senta in 't Veld