Nieuw Wob-verzoek bedrijfsafval in behandeling genomen
Rijkswaterstaat heeft het nieuwste Wob-verzoek van afvalmakelaar Goos Draaijer in behandeling genomen. Binnen enkele weken hoort hij of hij de uitgevraagde LMA-informatie over ontdoeners en verwerkers van bedrijfsafval krijgt.
Het verzoek wordt afgehandeld conform de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Dat betekent dat vanaf de dag na de ontvangst van het verzoek, het bevoegd gezag binnen vier weken over het verzoek moet beslissen, meldt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. Omdat Draaijer zijn verzoek namens zijn bedrijf Turner Waste Intermediate op 2 november indiende, betekent dit dat hier vóór het eind van deze maand een beslissing over genomen moet worden. Er bestaat voor de overheid wel nog een mogelijk om de termijn met 4 weken te verlengen.
Op de uitkomsten van de beoordeling van het Wob-verzoek wil Rijkswaterstaat niet vooruitlopen. Maar de kans lijkt groot dat het verzoek van Draaijer wordt afgewezen. Eerder vroeg de afvalmakelaar namelijk alleen LMA-informatie op over ontdoeners van bedrijfsafval. Die informatie kreeg hij niet na bezwaren van verschillende afvalbedrijven en een besluit op bezwaar van staatssecretaris Dijksma. De uitgevraagde informatie zou bedrijfsgevoelige informatie zijn die de bedrijven bij openbaarmaking zou kunnen schaden. Voor Draaijer een onverwachte uitkomst, want in de jaren daarvoor kreeg hij de uitgevraagde informatie wel. De afvalmakelaar besloot daarom om dan maar de knuppel in het hoenderhok te gooien en alle LMA-informatie over bedrijfsafval op te vragen.
Bezwaar en beroep
Als besloten wordt de informatie te verstrekken, wordt deze normaal gesproken tegelijk met de bekendmaking van het besluit verstrekt. Hierop geldt echter één belangrijke uitzondering. Wanneer een bestuursorgaan verwacht dat een belanghebbende bezwaar heeft tegen de beslissing, wordt de informatie niet eerder verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekend gemaakt. Gezien de recente geschiedenis van bezwaar uit de afvalsector zal hier rekening mee worden gehouden. Het geeft de afvalsector de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen en naar de rechter te stappen voor een voorlopige voorziening, zoals de sector dit eerder dit jaar ook deed toen het Wob-verzoek van Draaijer aanvankelijk werd gehonoreerd. Via een voorlopige voorziening wordt voorkomen dat de LMA-gegevens worden verstrekt aan Draaijer door het verstrijken van de wettelijke termijn.
In het geval dat de overheid besluit de informatie niet te verstrekken, heeft Draaijer de mogelijkheid tegen dat primaire besluit bezwaar te maken. Daarop moet de overheid, bij een ontvankelijk bezwaar, haar besluit heroverwegen en zijn oordeel neerleggen in een beslissing op het bezwaar. Valt deze beslissing ook negatief uit voor Draaijer, dan kan hij hiertegen beroep in stellen bij de rechtbank. Tot slot zou Draaijer nog in hoger beroep kunnen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Strijdbaar
De kans dat Draaijer bezwaar maakt of beroep aantekent tegen een voor hem negatieve beslissing lijkt groot. Eerder liet hij aan AfvalOnline weten zich dit keer wel te zullen roeren wanneer de uitgevraagde informatie hem wordt ontzegd.
