Kamer wil voorlopig geen subsidies voor houtige biomassa

In totaal zijn tijdens het VAO Leefomgeving veertien moties ingediend. Hieronder een korte schets van de afvalgerelateerde moties en hoe de Kamer hierover heeft gestemd.

Houtige biomassa

Het afbouwpad voor houtige biomassa is eind januari controversieel verklaard. Reden voor Kamerlid Eva van Esch (PvdD) om de regering in een motie verzoeken om geen nieuwe subsidies voor houtige biomassa af te geven tot het afbouwpad met de Kamer is gedeeld. Deze motie is aangenomen.

Natuurgras

Ook een tweede motie van Van Esch werd aangenomen. Hierin verzocht ze de regering te onderzoeken hoe gemeenten gestimuleerd kunnen worden om bij vervanging of aanleg van grasvelden vaker te kiezen voor natuurgras en minder voor kunstgras. Dit omdat natuurgrasvelden veel voordelen zouden hebben ten opzichte van kunstgrasvelden en dat ook van een kunstgrasveld zonder instrooimateriaal door slijtage nog steeds (micro)plastics af komen. Bovendien had staatssecretaris Van Veldhoven in een visiedocument eerder al aangegeven af te willen van kunstgrasvelden met infill.

Textielvezels

Carla Dik-Faber (CU) maakt zich zorgen over de vezels afkomstig van kleding. Ze wees erop dat uit onderzoek van de Universiteit Groningen blijkt dat de meeste microplastics binnen huishoudens afkomstig zijn van kleding en dat de aanwezigheid van synthetische vezels in textiel het herstel van longen significant vermindert en dit gevolgen heeft voor kinderen en bijvoorbeeld mensen met Covid-19. Ze wil daarom dat de regering onderzoekt welke maatregelen mogelijk zijn om het vezelverlies van kleding bij het dragen en wassen te minimaliseren. De Kamer nam haar motie aan.

Microplastics

Een tweede motie van Dik-Faber, met daarin het verzoek aan de regering om in Europees verband op aan te dringen dat microplastics uit alle verzorgingsproducten worden verbannen en dat alle voedselcontactmaterialen gegarandeerd veilig zijn, is aangehouden. Staatssecretaris Van Veldhoven wees het Kamerlid erop dat dit binnen het beleidsgebied van VWS valt. Dik-Faber besloot daarop de appreciatie van VWS af te wachten en de motie eventueel over twee weken in stemming te brengen.

Afvalscheiding op scholen

Wel weer aangenomen is een motie van Jessica van Eijs (D66) en Maurits von Martels (CDA) over afvalscheiding op scholen. De Kamerleden constateren dat op dit moment het overgrote deel van de scholen in het primair onderwijs geen gescheiden afvalverzameling aanbiedt aan hun leerlingen vanwege de in verhouding hoge kosten. Zij vinden echter dat het aanleren en het leren over het belang van gescheiden afvalverzameling op jonge leeftijd helpt in de transitie naar een circulaire economie en het voorkomen van zwerfafval. Daarom willen ze dat in 2025 het afval op alle scholen in het primair onderwijs gescheiden wordt ingeleverd en verwerkt, met aparte stromen voor gft-afval, pmd en oud papier/karton, rekening houdend met het vigerende inzamelsysteem voor huishoudelijk afval in de betreffende gemeente, zonder dat scholen hiervoor extra onderwijsgeld hoeven aan te spreken.

Asbestdaken

CDA'er Gerard van den Anker struikelde over het feit dat tot nu toe nog maar zes gemeenten en twee bedrijven uit de asbestsector de samenwerkingsverklaring Asbest hebben ondertekend. Deze verklaring heeft als doel om op een veilige manier het saneren van de resterende asbestdaken in Nederland te versnellen. In een motie vroeg hij de regering te onderzoeken op welke manier het aantal deelnemers van de samenwerkingsverklaring kan worden vergroot. Een meerderheid in de kamer wilde dit ook weten, zo bleek uit de stemming.

Een asbestgerelateerde motie van SP-Kamerlid Cem Laçin en PvdD-er Eva van Esch haalde het niet. Zij constateerden dat saneren van asbestdaken is teruggelopen nadat de subsidie hiervoor is gestopt terwijl er nog 70 tot 80 miljoen m2 aan asbestdaken gesaneerd moet worden. Omdat asbest nog altijd de oorzaak is van jaarlijks vele honderden dodelijke slachtoffers vonden ze dat het dat het aanjagen van de asbestdakensanering onderdeel moet zijn van de coalitieonderhandelingen en dat een subsidie hiervoor tot de mogelijkheden moet behoren.