Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 06 oktober 2014

Uitgebreide afvalstoffenbelasting weer ietsje vernauwd

Het wetsvoorstel voor verbreding van de afvalstoffenbelasting had betrekking op stromen waarvoor deze niet was bedoeld. Een aanpassing van het voorstel moet dit herstellen.

Uitgangspunt van de verbreding van de afvalstoffenbelasting was om het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen, gemengde bedrijfsafvalstoffen en gemengd sorteerresidu in de belasting te betrekken. Maar zoals het wetsvoorstel nu luidt, ziet deze verbreding onbedoeld ook op de verbranding van biomassastromen in kolencentrales en in biomassa-energiecentrales, en zuiveringsslib van waterschappen in slibverbrandingsinstallaties.

Staatssecretaris Wiebes van Financiën stuurde daarom een wijzigingsvoorstel naar de Tweede Kamer. Daarin wordt in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) de definitie van het begrip ‘inrichting’ gepreciseerd door aan te sluiten bij de voor de inrichting afgegeven omgevingsvergunning. Deze precisering van de definitie beperkt de heffing van afvalstoffenbelasting tot inrichtingen waarin afval wordt gestort en inrichtingen waarin (volgens de omgevingsvergunning) huishoudelijke afvalstoffen, gemengde bedrijfsafvalstoffen of gemengd sorteerresidu mogen, onderscheidenlijk mag, worden verbrand.