Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 30 april 2024

Zorgen over lichte stijging ingezameld AEEA

De hoeveelheid ingezameld afgedankt elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) is in 2023 licht toegenomen. Stichting Open maakt zich zorgen over het feit dat sommige gemeenten hier relatief maar weinig aan bijdragen. De NVRD is geen fan van het 'shamen' van gemeenten.

Kleine afgedankte apparaten.
Foto: Andrii Afanasiev | Dreamstime

In het afgelopen jaar hebben de Nederlandse gemeenten gezamenlijk 90 miljoen kilogram AEEA ingezameld. Dit komt neer op 5,6 kilo per persoon, een lichte stijging ten opzichte van de 5,5 kilo ingezameld AEEA per persoon in 2022. Dit meldt producentenorganisatie Stichting Open, dat namens de producenten verantwoordelijk is voor de inzameling en recycling van gebruikte en defecte elektrische en elektronische apparaten.

De organisatie heeft ook een zogeheten benchmark gepubliceerd, die alle Nederlandse gemeenten rangschikt op basis van de hoeveelheid ingezameld AEEA per persoon. Hieruit blijkt dat de drie best presterende gemeenten – Oisterwijk, Westervoort en Westerwolde – gemiddeld 11,5 kilo AEEA per inwoner inzamelden. Voor de drie slechtst presterende gemeenten komt dit neer op 1,5 kilo AEEA per inwoner.

Het inzamelen van 90 miljoen kilo AEEA heeft geleid tot het voorkomen van 303 miljoen kilo CO2-uitstoot. Stichting Open-voorzitter Steven van Eijk wijst er echter ook op dat in 2023 20 miljoen kilo AEEA in het restafval is beland, wat neerkomt op zo’n 1,4 kilo per Nederlander per jaar. Deze cijfers zijn niet alleen zorgelijk vanwege het verlies aan grondstoffen, maar ook vanwege de gevaarlijke stoffen die in het milieu terechtkomen. “Te veel waardevolle materialen gaan nog verloren en dat is zonde. Elk jaar belandt er voor drie Eiffeltorens aan elektrische afval in de kliko. Dat leidt tot vrijkomende gevaarlijke stoffen en een verhoogd risico op afvalbranden.”

Volgens hem kunnen gemeenten de inzameling van AEEA aanzienlijk verbeteren door de openingstijden van milieustraten beter af te stemmen op de behoeften van burgers en de toegankelijkheid ervan te vergroten. Daarnaast speelt de expertise van milieustraatpersoneel een belangrijke rol in het correct inzamelen van AEEA. Van Eijk: “We dringen hier al langere tijd op aan, maar tot nu toe met onvoldoende resultaat.”

‘Belangrijk hulpmiddel’

In een reactie laat de NVRD weten de gepubliceerde benchmark AEEA van Stichting Open een belangrijk hulpmiddel te vinden om gemeenten van elkaar te laten leren. Zo kunnen de best presterende gemeenten in de benchmark hun aanpak om tot meer inzameling van AEEA te komen, delen met collega’s van andere gemeenten. NVRD-directeur Wendy de Wild: “Het hebben van AEEA-inzameldata per gemeente is waardevol, gezien het belang van deze afvalstroom waarin veel zeldzame en soms ook gevaarlijke grondstoffen voorkomen. Onze leden zijn zich steeds meer bewust van het belang van het goed inzamelen van deze stroom. Het delen van een aanpak van goed presterende gemeenten past volgens ons helemaal bij het doel van een benchmark. Om van elkaar te leren moet je je samen kwetsbaar en open opstellen in een constructieve context. Het shamen van slechter presterende gemeenten werkt volgens ons dan ook vooral averechts.”

Volgens de NVRD gaat het niet alleen om inzamelcijfers, want ze zet zich met haar gemeentelijke en publieke achterban in om reparatie en verlengd gebruik te stimuleren. De Wild: “We willen inwoners stimuleren om apparaten waar mogelijk een tweede kans te geven. Dat betekent dat apparaten dan nog niet in de afvalfase belanden en dus nog niet meetellen in de inzamelcijfers. Laten we in de toekomst ook monitoren hoeveel apparaten in gemeenten gerepareerd en hergebruikt worden.”

Gerelateerde artikelen