Categorie: advertorial | Gepubliceerd: 15 december 2011

Familiebedrijf Bowie Recycling vernieuwt op alle fronten

Bij Bowie Recycling draait alles om de productie van secundaire brand- en bouwstoffen. Het bedrijf kan daarbij bogen op een jarenlange ervaring en is in Nederland een belangrijke pionier op dit werkgebied.

Bowie 2.jpgEen van de Bowie-locaties.

Bowie levert gecertificeerde producten die ontstaan zijn uit afvalstoffen. Commercieel directeur Roel Bontrup en algemeen directeur David Driessen vormen samen al meer dan een jaar de nieuwe directie van het recyclingbedrijf. “Via onze logistieke tak zijn we in staat om op elk moment en op elke plaats de gevraagde producten aan te bieden”, aldus de beide heren.

Bowie is een familiebedrijf met een lange historie. Oorspronkelijk hield het bedrijf zich bezig met het transport en de winning van zand en grind, later ook met het transport en de verwerking van afval. In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam daar het mobiel breken van puin tot een hoogwaardig granulaat bij en in de jaren negentig begon Bowie met het omzetten van afvalhout tot brandstof voor energiecentrales en grondstof voor de spaanplaatindustrie. Na een periode waarin de aandelen van het bedrijf in handen waren van een nutsbedrijf, is Bowie sinds een aantal jaren weer geheel in het bezit van de familie Bontrup. “Inmiddels is de volgende generatie actief in het bedrijf”, aldus de oudste zoon en commercieel directeur Roel Bontrup.

Bowie is al vele jaren actief in Limburg en het oosten van Brabant, maar heeft inmiddels ook vestigingen in Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland. Bij elk depot van Bowie kunnen diverse afvalstromen worden aangeboden, maar de kern bestaat uit bouw-, sloop- en bedrijfsafval. Via stationaire en veelal mobiele installaties wordt het materiaal opgewerkt tot een nieuwe grondstof.
Bowie was in Nederland één van de eerste bedrijven die is overgestapt van het breken van puin door een vaste puinbreker naar mobiele installaties, aldus Bontrup. Om duurzamer en efficiënter te kunnen werken en om onnodig transport van afvalstromen te voorkomen tussen de verschillende depots, worden de installaties regelmatig verplaatst naar een volgend depot. Omdat Bowie zelf over een goed uitgeruste technische dienst beschikt, verbetert het bedrijf de bestaande installaties continu. Fabrieken die deze installaties maken, nemen deze verbeteringen veelal weer over.

Bowie (op een locatie).jpgTransport van secundaire bouwstoffen.

Secundaire bouwstoffen

De afgelopen jaren is het puingranulaat vooral gebruikt als basismateriaal in weglichamen en op bouwlocaties. Het zal echter niet lang meer duren voordat betongranulaat volop wordt toegepast als grindvervanger in beton. Bowie heeft met name daarvoor een betoncentrale in gebruik genomen op de locatie Helmond. Inmiddels wordt deze installatie geëxploiteerd door Cemex, maar het uitgangspunt blijft om volop te experimenteren met secundaire bouwstoffen. Verder is speciaal voor het vergroten van de toepassing en ontwikkeling van secundaire bouwstoffen het onderdeel Bowie Projecten opgericht. Hiermee speelt Bowie in op de ontwikkeling van Design and Construct in de bouwsector. Ook de integrale toepassing van secundaire bouwstoffen wordt hiermee gestimuleerd.

Secundaire brandstoffen

Al zo’n twintig jaar geleden is Bowie gestart met de recycling van afvalhout. In Tiel is een grote installatie gebouwd voor de productie van houtsnippers die zowel geleverd worden aan de elektriciteitsbedrijven als de spaanplaatindustrie. Bontrup: “Bowie heeft geheel naar eigen inzicht deze installatie ontwikkeld en de afgelopen jaren voortdurend verbeteringen aangebracht. Met name het verwijderen van stoorstoffen uit het afvalhout vraagt veel expertise. Daarvoor zijn voortdurend nieuwe onderdelen aan de lijn in Tiel toegevoegd.”|
Algemeen directeur David Driessen: “Het grootste probleem waar we tegenaan lopen is de continuïteit van de afzet van ons product. De praktijk laat zien dat onze afnemers voortdurend wijzigingen aanbrengen in de hoeveelheden die wekelijks nodig zijn. Dit kan onder andere te maken hebben met technische problemen of weersomstandigheden. Het Het is voor een bedrijf als Bowie een hele uitdaging om de disbalans tussen vraag en aanbod goed te managen. Ook de afhankelijkheid van subsidieverlening houdt een risico in voor de continuïteit. Wij produceren op jaarbasis zo’n 1,5 miljoen m3 houtsnippers en je kunt je voorstellen dat het tijdelijk stilleggen van elektriciteitscentrales gigantische gevolgen heeft voor de voorraden op onze locaties. De ene keer ligt er veel te veel hout en de volgende keer moeten we ons uiterste best doen om continuïteit te garanderen aan onze afnemers.”

Biofuel

Driessen: “Een geheel nieuwe ontwikkeling is een slimme mix van een aantal producten uit afvalstromen. Er wordt een biofuel samengesteld die exact voldoet aan de eisen van onze afnemers. Het grootste deel van deze producten is ontstaan uit afval. We hebben daarvoor de samenwerking gezocht met N+P. Met hen hebben wij een joint venture opgericht: Bowergy. De bedoeling van deze samenwerking is dat beide bedrijven hun krachten bundelen bij de productie en afzet van duurzame biomassastromen. Zo is N+P zeer goed thuis op de markt van industriële afvalstromen en internationale sourcing. Uiteraard houdt Bowie de komende tijd zijn eigen klanten en richt Bowergy zich specifiek op een aantal afzetkanalen.”

Bowie 1.jpgProductie van secundaire bouwstoffen.

Innovatie staat bij Bowie al heel lang hoog in het vaandel. In de eigen werkplaatsen werkt men voortdurend aan productontwikkeling. Zo is onlangs een nieuwe installatie ontwikkeld, speciaal voor de productie van zeer fijne houtsnipper vanaf 1,5 mm. Driessen en Bontrup geven aan dat duurzaamheid hierbij veel aandacht krijgt. Er wordt voortdurend een afweging gemaakt tussen grondstof in producten en verbranding met energieopwekking. Ook betrouwbaarheid en kwaliteit zijn zeer belangrijk voor de afnemers. Binnen Bowie wordt dan ook veel zorg en aandacht besteed aan deze aspecten. Het is vanzelfsprekend dat alle processen en producten binnen het bedrijf gecertificeerd zijn.

Private versus publieke bedrijven

“Wat ons nog niet geheel duidelijk is, is de afbakening tussen de publieke en de private bedrijven” aldus Driessen. “Wij onderkennen het belang van publieke bedrijven in de afvalsector om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid die gemeenten hebben met betrekking tot continuïteit in de afvalverwijdering. Maar we bespeuren tegelijkertijd dat deze bedrijven zich in meerdere of mindere mate ook op het speelveld van de private bedrijven bewegen. Het is van groot belang dat de spelregels binnen dat soort bedrijven duidelijk zijn en dat de private bedrijven niet te maken krijgen met oneerlijke concurrentie. Het kan niet de bedoeling zijn dat overheidsaandeelhouders opdraaien voor de risico’s in de private sfeer.”

Meer weten over Bowie?

» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline


Vakblad Afval! september 2011 (nummer 7)