Categorie: bedrijfsnieuws | Gepubliceerd: 07 november 2005

Geesink Norba heeft de bakens verzet

Geesink is een bekende naam in reinigingsland. Ooit heette elke vuilniswagen 'een Geesink' te zijn en liep het bedrijf voorop in het toepassen van technische vindingen. Maar tijden veranderen en Geesink is meeveranderd. Directeur van de Benelux-vestiging, Dirk IJfs, kijkt terug en vooral vooruit.

filename.jpg“Het verankeren van alle competenties in je organisatie heeft langer geduurd en is ingrijpender geweest dan we dachten.”

Nog levert Geesink het merendeel van de vuilniswagens in Nederland, maar het behouden van deze positie vergde wel de nodige wijzigingen in het bedrijf. De overname door het Amerikaanse Oshkosh, vier jaar geleden, vormde daarin het startpunt. Dirk IJfs constateert dat het bedrijf klantgerichter en efficiënter is geworden. “We willen niet langer alles zelf doen, maar juist meer samenwerken.”
Geesink Norba heeft haar hoofdvestiging in Emmeloord. Van hieruit is er de afgelopen jaren hard aan gewerkt om zowel de productie van voertuigen als de service aan klanten op een andere leest te schoeien. En met resultaat, zo laat IJfs weten. Klanten weten de weg weer te vinden en, belangrijker eigenlijk nog, geven te kennen tevreden te zijn met wat Geesink vandaag de dag te bieden heeft.

In de productontwikkeling van Geesink is in de afgelopen jaren veel vernieuwd. Wat is er veranderd?

“Na overname door Oshkosh hebben wij op diverse gebieden synergie-effecten bereikt. De introductie van ons brandstofbesparende 'smart-pack' hydrauliek systeem op de nieuwe GPM 3 geeft prachtig weer hoe beide organisaties in staat zijn geweest om technische ontwikkelingen met elkaar te delen.
Ook de manier waarop wij nieuwe producten introduceren is, door de ervaringen die we met onze zijbeladingssystemen hebben opgedaan, drastisch veranderd. Alle nieuwe ontwikkelingen worden in eerste instantie in onze protoshop uitvoerig getest, waarna het product voor een langere periode in de praktijk wordt ingezet. Uiteraard gebeurt dit in samenwerking met onze klanten. Pas na een lange testperiode, en als we er op grond daarvan alle vertrouwen in hebben, zal het product vrijgegeven worden voor de verkoop. Soms moeten klanten dus iets langer wachten op een nieuwe toepassing, maar deze is dan wel uitgebreid getest en kan met groot vertrouwen worden ingezet.”

filename.jpg“Wij verwachten van de nieuwe aandeelhouder dat die meer gaat investeren in het bedrijf waardoor de groei die we ons nu voorgenomen hebben ook bereikt wordt.”

 

Met Van Gansewinkel heeft Geesink eind 2004 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Wat houdt de overeenkomst precies in?

”Deze overeenkomst gaat om het leveren van afvalinzamelvoertuigen. Maar er speelt meer bij. Als partners, zo is afgesproken, kijken wij naar het optimaliseren van de 'supply chain'. Zo'n 'partnership for design' betekent dat de voorbereidende werkzaamheden voor het weegsysteem en het chassis niet meer bij onszelf gebeuren, maar op de plek waar andere voorbereidende werkzaamheden moeten plaatsvinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het monteren van de elektrische bekabeling en het monteren van subframes. Vervolgens monteren wij zelf de laadbak op het chassis en wordt het geheel in de klantspecifieke kleurstelling gespoten. Met als resultaat een verkorting van de doorlooptijd.”

Dat is een gedurfde stap. Geesink legt daarmee toch een deel van haar verantwoordelijkheid in andermans handen. Werkt het?

“Ja. De wijze waarop het tot nu toe is gegaan heeft enkel tot positieve ervaringen geleid. De aanpak vraagt wel dat er een hechte samenwerking is tussen de diverse subcontractors. Een gedegen opleiding en een meer dan goede communicatie tussen de verschillende bedrijven is voorwaarde voor succes.”

De samenwerking met Van Gansewinkel lijkt model te staan voor ambities die Geesink heeft in de serviceverlening aan klanten. De serviceverlening is uitgebreid door samenwerking te zoeken met andere organisaties die dit ook kunnen doen. Wat voor doel streeft Geesink na met die samenwerking?

“Het grote voordeel is dat we zo tot een groot netwerk komen waarbij onze klanten dicht bij huis een beroep kunnen doen op service die ons stempel draagt. De verplichting om voor bepaalde reparaties naar een van onze werkplaatsen te komen is verdwenen. Vroeger kwam het nog wel eens voor dat een vuilniswagen met drie man erin voor, bij wijze van spreken, een kapot achterlicht van Amsterdam naar Emmeloord reed. Dat is natuurlijk niet effectief.
Niet langer heeft Geesink daarom de filosofie 'alles zelf te willen doen'. Het bedrijf zal dan ook niet meer servicecentra oprichten. De huidige drie centra in Amsterdam, Duiven en Emmeloord blijven wel bestaan.”

 

Hoe zorgt u ervoor dat de servicecentra uw kwaliteitsstempel waarmaken?

“Om ervoor te zorgen dat de servicepartners de juiste kwaliteit leveren krijgt het personeel van de servicepartners training van ons. En elk jaar komt er een controle of er wel goede kwaliteit is geleverd en, bijvoorbeeld, of de originele onderdelen van Geesink zijn gebruikt bij reparaties en geen inferieure kwaliteit toegepast wordt. De nieuwe serviceverlening biedt klanten ook de mogelijkheid hun wagens in één keer in zijn geheel een onderhoudsbeurt te laten geven. Voorheen werden chassis en body apart onderhouden. Dit was voor klanten niet handig.”

Naast het aangaan van samenwerking met partners zijn er ook intern veranderingen geweest. Welke veranderingen zijn merkbaar voor de klant?

“De levertijd is korter geworden. Dat hebben we bereikt doordat er een lijnproductie is opgezet. Daar bleek nog een ander voordeel mee gemoeid te zijn. De kwaliteit van de producten is erdoor verbeterd.”

Is er meer?

“Jazeker. Doordat de afdelingen Verkoop en Service in één pand kwamen werd duidelijk welke meerwaarde mogelijk was. De klanten worden nu vanuit verschillende invalshoeken ondersteund. Onze serviceadviseur geeft advies op het gebied van reparatie en onderhoud, terwijl onze onderdelenservice de onderdelen direct bij de klant in het onderdelenmagazijn brengt. Ook de onderdelen van collega-bedrijven worden door onze onderdelenservice meegenomen. En ten slotte zorgt onze relatiebeheerder voor een goed advies met betrekking tot de aankoop van nieuwe voertuigen. Zo proberen wij het de klanten zo gemakkelijk mogelijk te maken. We benaderen hen nu vanuit één vizier en we merken dat deze verandering erg gewaardeerd wordt.”

Geesink Norba heeft zich ten doel gesteld om haar marktaandeel van 70 procent in Nederland te behouden. In België wil het bedrijf groeien naar een marktaandeel van 40 procent. Zijn dit haalbare doelen?

“Als ik kijk naar de orderportefeuille en de financiële resultaten over het afgelopen half jaar, zitten we op de goede weg. Maar naast deze cijfers doet het mij vooral goed dat klanten zich tevreden tonen over alle veranderingen die Geesink heeft ondergaan. Vroeger stond Geesink nog wel eens als 'arrogant' te boek. De nadruk ligt tegenwoordig op de belangen van klanten en op samenwerking. Zo nemen we elke grond voor dat verwijt weg. De bakens zijn verzet. Geesink staat niet boven de klant, maar ernaast.”























Meer weten over Geesinknorba?

» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website


Vakblad Afval! augustus 2005 (nummer 6)