AGF-keten maakt werk van voedselverspilling

Dat blijkt uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers in opdracht van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). PwC heeft een benchmark uitgevoerd over het jaar 2012. Daarbij werd gekeken naar monitoring en optimalisatie van reststromen bij 21 organisaties met in totaal 2346 vestigingen.

90 procent van de bedrijven bleek concrete acties te ondernemen om reststromen terug te dringen of er meer waarde uit te halen. Het belangrijkste doel daarbij is operationele efficiëntie. "Het onderzoek bevestigt ons beeld dat veel bedrijven al van oudsher sterk sturen om verspilling in de keten tot een minimum te beperken, simpelweg omdat dit geld oplevert. Voedselverspilling is niet alleen maatschappelijk onwenselijk, maar zorgt ook voor ongewenste kosten", zegt Liselotte Hamelink, manager Duurzaamheid van het CBL. Over het algemeen zagen de deelnemende bedrijven meer heil in het verminderen van de reststromen dan in het verhogen van de waarde. Daarnaast heeft 81 procent een visie op het thema voedselreststromen.

Aanbevelingen

PwC geeft aan dat de gegevens vaak moeilijk vergelijkbaar zijn omdat ze niet uniform zijn. Zo monitort de retail vooral op derving en hoe dat in geld kan worden uitgedrukt, terwijl de industrie kijkt naar productieverlies in kilo's. Dit is onderling niet zomaar vergelijkbaar, daarom is er geen totaalcijfer te geven voor de voedselverspilling binnen de AGF-keten. Sowieso was de kwaliteit van de aangeleverde gegevens vaak lager dan gewenst. Om ketenbreed, cijfermatig inzicht te verkrijgen is het van belang dat uniforme administratie en rapportage van voedselreststromen wordt gestimuleerd. PwC beveelt bijvoorbeeld aan om goede praktijken en kennis te blijven delen en het vrijwillige rapportage op basis van een sectorkader of raamwerk voor grondstoffenefficiëntie mogelijk te maken. Ook gaan CBL en FNL binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel werk maken van harmonisatie en standaardisatie van monitoring, om uiteindelijk op productcategorieniveau de omvang en oorzaken van reststromen transparanter in kaart te kunnen brengen.

Ook geeft PwC concrete aanbevelingen om voedselreststromen terug te dringen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opstellen van productspecifieke normen of doelen voor rendement, de bestemming van reststromen en het zoeken naar mogelijkheden voor verbetering in aanvoer en interne logistiek binnen de keten. Ook het preventief afvoeren naar de voedselbank van producten die dicht bij de houdbaarheidsdatum komen en het opleiden van filiaalmanagers behoren tot de aanbevelingen.