Openbare afvalbakken vormen vaak een bron van zwerfafval, omdat ze vaak snel vol raken. Gemeenten op te roepen om te zorgen voor meer en grotere afvalbakken en de bakken vaker te legen, is slechts een reactieve oplossing.
Het afval dat in openbare afvalbakken terechtkomt, bestaat grotendeels uit afhaalverpakkingen voor dranken en voedsel. Doordat dit afval vaak een groot volume heeft, raken deze bakken snel vol en worden ze zelfs een bron van zwerfafval. Gemeenten oproepen om afvalbakken vaker te legen en te zorgen voor meer en grotere afvalbakken, vergroot de kosten voor de gemeente en haar burgers. Daarom pleiten Merijn Tinga en Dirk Groot, actief als Plastic Soup Surfer en Zwerfinator, om meer en beter na te denken over wat er gebeurt met de meeneemverpakkingen na gebruik.
In hun gezamenlijke rapport ‘Operation #Overload’, waarvoor ze 1.999 foto’s van uitpuilende openbare afvalbakken hebben geanalyseerd, geven de milieu-actievoerders aan dat nu gemaks-optimalisatie de belangrijkste factor is bij het verpakkingsontwerp. Er wordt steeds meer gekeken naar recyclebaarheid, maar dat heeft volgens hun geen toegevoegde waarde als de verpakkingen als zwerfafval eindigen of in een openbare afvalbak belanden. Het afval in een openbare afvalbak wordt namelijk niet gerecycled maar verbrand.
Tinga en Groot benadrukken dat het verminderen van de hoeveelheid afval en vooral het verminderen van het volume van het afval van verpakkingen van afhaaldranken en -voedsel een effectieve manier is overvolle openbare afvalbakken aan te pakken. Minder en kleinere verpakkingen leiden tot een lagere druk op de afvalbakken en een vermindering van de kosten voor het legen, opruimen en verwerken en minder zwerfafval. Daarnaast moet bij het ontwerpen van verpakkingen rekening worden gehouden met wat een consument direct na gebruik met de verpakking doet. Hierbij spelen de afsluitbaarheid, de grootte, de vorm en hoe schoon een verpakking na gebruik is een grote rol.
In hun rapport hebben de heren een zogeheten afdankmatrix gemaakt, waarin ze in een eerste opzet hebben aangegeven om per verpakking te bepalen in hoeverre deze direct na consumptie een risico vormt om zwerfafval te worden of een grote druk legt op de vulling van openbare afvalbakken. Ze roepen het bedrijfsleven en de politiek op om deze matrix verder uit te werken en de typische kenmerken van verpakkingen in de afdankfase op te nemen in de levenscyclusanalyse. Dit moet eraan bijdragen dat er bij de keuze voor de verpakkingen ook verplicht zal worden nagedacht over de afdankfase.
Daarnaast gebruiken ze hun rapport om de politiek op te roepen de statiegeldregeling uit te breiden naar afhaalverpakkingen. Na gebruik verliest een verpakking voor een consument zijn waarde, maar een verpakking met statiegeld behoudt waarde. In januari 2023 gaan Tinga en Groot dit rapport dan ook persoonlijk overhandigen aan diverse Kamerleden en onder de aandacht brengen bij retail en verpakkingsontwerpers.