Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 17 januari 2024

Geen voorlopige voorziening voor export PVC-recycler

Een verzoek van Vinylrecycling.com om een voorlopige voorziening voor de export van PVC is afgewezen bij de Raad van State. Toch lonkt er perspectief voor de recycler.

Ook een gang naar de voorzieningenrechter van de Raad van State helpt Vinylrecycling.com niet uit de problemen.
Foto: Raad van State

De voorzieningenrechter van de Raad van State deed gisteren (16 januari) uitspraak in een zaak van Vinylrecycling.com, die al heel wat stof deed opwaaien. In de kern draait de zaak om de vraag of de PVC-grondstoffen die het bedrijf produceert voor fabrieken buiten de EU afvalstoffen zijn of niet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) meent van wel omdat het tegendeel onvoldoende blijkt uit informatie die de recycler met de dienst deelt en legde het bedrijf dwangsommen op om de export te voorkomen. Vinylrecycling.com zelf, ook wel bekend onder de oude handelsnaam Besstrade, kijkt daar anders naar en stapte dus naar de rechter om weer PVC te kunnen exporteren. Dat is belangrijk voor het bedrijf, omdat er op de Europese markt maar heel beperkt vraag is naar haar gerecyclede materiaal.

Over de vraag of de PVC-grondstoffen van Vinylrecycling.com afvalstoffen zijn of niet, kreeg het bedrijf geen duidelijkheid van de voorzieningenrechter. Die vindt dat een vraag voor bodemprocedure waarbij nader onderzoek mogelijk is. Wel gaf de rechter aan in te zien dat het voor de recycler bezwaarlijk is om alle door overheid gevraagde informatie over de uitvoer naar niet-Oeso-landen aan te leveren. Dit kost vanzelfsprekend tijd en geld. De rechter weegt het (milieu)belang van de overheid echter als zwaarder dan het bedrijfsbelang van Vinylrecycling.com.

Opening bij ILT

“Hoewel deze uitspraak slechts een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure, is deze uitspraak zeer teleurstellend”, reageert Huib van Gulik, directeur van het bedrijf. “Positief is wel dat de zaak inmiddels heeft geleid tot een open gesprek met de overheid om te bekijken of we tot overeenstemming kunnen komen om een aantal stromen als einde-afval te kunnen aanmerken. We zijn dus actief in gesprek met de ILT en hopen op korte termijn consensus te bereiken over een aantal materiaalstromen die als einde-afval kunnen worden beschouwd en weer in nieuwe productieprocessen kunnen worden ingezet.”

Dat Vinylrecycling.com en de ILT nu in gesprek gaan, kan goed de verdienste van de voorzieningenrechter zijn. Die riep de partijen vier weken geleden ter zitting op “onder de kerstboom in ieder geval nog eens na te denken of ze niet op een of andere manier nader tot elkaar zouden kunnen komen.” Dat was nog niet zo’n gekke oproep, want in de wandelgangen bleek wel dat beide partijen niet erg vrolijk worden van de slepende zaak: de families achter Vinylrecycling.com willen een financieel gezond bedrijf dat bijdraagt aan een beter milieu, de inspecteurs willen voldoende informatie om risico’s voor dat milieu te minimaliseren.

Bodemprocedure

Van Gulik beraadt zich met zijn advocaat wel op de juridische vervolgstappen die het bedrijf nog kan zetten. “In een bodemprocedure willen we alsnog duidelijkheid verkrijgen voor de hele industrie”, zegt de directeur, die zich wel beseft dat die duidelijkheid dan nog zomaar een jaar op zich kan laten wachten.

Voor de voorzieningenrechter stelde Vinylrecycling.com dat de ILT onterecht de Europese regels voor de overbrenging van afvalstoffen (Evoa) op zendingen toepaste, omdat het zelf Reach-proof PVC-bijproducten (bijvoorbeeld snij-afval) uit de industrie ontvangt om deze vervolgens te shredderen of bijvoorbeeld te microniseren voor klanten in het buitenland. Uit de artikelen 5 en 6 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen (Kra), die gaan over bijproducten en einde-afval, volgt volgens de recycler dat hier geen sprake van afval is. De ILT zou de Evoa er dus helemaal niet bij moeten halen. De dienst zou nu meer informatie opvragen bij het bedrijf dan de wet voorschrijft.

De ILT vindt dat Vinylrecycling.com moet onderbouwen waarom het PVC geen afval is, maar dit nalaat. De inspectiedienst vindt inderdaad dat de recycler rekening heeft te houden met artikel 50 van de Evoa en dus toestemming nodig heeft van de autoriteiten in het ontvangende land. Dat de recycler een bijproduct ontvangt van bijvoorbeeld een Ierse producent betekent voor de ILT niet dat het dit materiaal dan vervolgens ook automatisch als bijproduct kan exporteren naar bestemmingen buiten de EU.