Categorie: Interview | Gepubliceerd: 04 oktober 2021

CEO Renewi blij met nieuwe duurzame investeerders

Nu het financiële risicoprofiel van Renewi verder afneemt, ziet Otto de Bont ook een verschuiving in aandeelhouders. De CEO is blij dat duurzame investeerders ook intreden, zo vertelt hij aan AfvalOnline in een update over het reilen en zeilen van de grootste afvalrecycler van de Benelux.

Afgelopen jaar is diversiteit een speerpunt geworden in de strategie. Wat valt daarvan te merken?

Vandaag doen we bijvoorbeeld mee aan Diversity day op al onze vestigingen, waarmee we diversiteit als thema onder de aandacht van iedereen willen brengen en het vooral ook bespreekbaar maken. Renewi wil een afspiegeling zijn van de samenleving en diversiteit leidt aantoonbaar tot betere besluitvorming. De vrouw-man verhouding is in onze sector redelijk in onbalans en wij zijn daarop geen uitzondering. Dus hebben we daarvoor doelstellingen gezet voor alle organisatielagen. Uiteindelijk is diversiteit natuurlijk meer dan alleen vrouw-man. Op dit moment heeft 10 procent van onze werknemers een niet-westerse achtergrond en we vinden dat dat aandeel omhoog kan en ook moet.

Ondervindt Renewi problemen in Engeland nu er een groot personeelstekort is aldaar?

In Engeland ligt onze focus op de verwerking van huishoudelijk afval. De personeelsproblemen doen zich vooral voor bij de chauffeurs. We hebben wel vacatures en de invulling daarvan is niet gemakkelijk, maar dat lukt wel. Het beïnvloedt onze operatie in ieder geval niet.

Hoe zit dat in Nederland?

Het mooie van Renewi en eigenlijk van de hele sector is dat we investeringen doen die niet alleen financieel rendement opleveren maar ook een milieurendement. En we zien dat dat steeds meer waardering krijgt. Het wordt makkelijker om talent aan te trekken. Dat zien we echt veranderen. Ik was laatst bij Springtij [forum over transitie naar duurzaamheid, red.] en we worden veel vaker spontaan aangesproken dan een paar jaar geleden. Het besef dat er echt iets moet veranderen, is sterker dan ooit.

Nu het eerste halfjaar van het boekjaar voorbij is, worden de verwachtingen voor het hele jaar naar boven toe bijgesteld. Waar verwacht je op uit te komen?

Formeel mag ik geen absolute getallen noemen. De consensus in de markt is een verwacht bedrijfsresultaat van ongeveer 84 miljoen euro en daar zitten we meer dan 10 procent boven. Maar dat getal is met de nodige mitsen en maren. We weten ongeveer drie maanden vooruit wat de recycleprijzen zullen doen. Als je over een langere termijn dan zes maanden gaat kijken, wordt het erg lastig. We verwachten dat de prijzen voor secundair ijzer weer zullen normaliseren, omdat de mijnbouw na corona weer gaat opstarten. Voor papier ligt dit anders. Er is een grotere vraag naar opk dan dat er beschikbaar komt en daarin zal niet snel verandering komen, verwachten we.

Van die schommelingen in prijzen verwachten jullie weinig te merken vanwege dynamische contracten die zijn afgesloten. Hoe werkt dat?

In de contracten die we met klanten afsluiten voor de levering van bepaalde afvalstromen nemen we een benchmarkprijs op waarop het tarief dat we gaan berekenen is gebaseerd. Daalt de benchmark, dan stijgt het tarief voor de klant om van de stroom af te komen en omgekeerd. Daarmee lopen we een minder risico als de markt erg volatiel wordt. Een deel van onze volumes hebben we op die manier gehedged.

De olieprijzen stijgen. Gaat de klant dat merken?

Uiteindelijk wel. We kijken ieder jaar naar de inflatie en wat dat betekent voor de prijzen. Alleen al gekeken naar de in de cao afgesproken loonstijgingen gaat dat al om meer dan zes procent als je de verhogingen van 1 juli 2021 en 1 januari 2022 bij elkaar telt. Dat kunnen we niet absorberen en moeten we in onze tarieven doorberekenen. Datzelfde geldt voor stijgende brandstofkosten.

Het aandeel Renewi is in juli geconsolideerd. Toen werden tien aandelen samengevoegd tot één aandeel. Wat is het effect daarvan geweest?

De reden waarom we dat hebben gedaan, is dat in de Nederlandse markt raar wordt gekeken naar aandelen die minder dan een euro waard zijn. In Engeland vinden ze pennystock’s normaal, maar op het continent niet. Het effect is dat we die discussie met aandeelhouders en investeerders niet meer hebben.

Vorige maand werd bekend dat Spice Investment met het fonds Spice One inmiddels een belang heeft van meer dan vijf procent. Wat betekent dat?

Renewi komt uit een historie met een zwakke balans en dat trekt een bepaald type investeerder aan die meer risico durft te nemen met de hoop op een hoger rendement. Omdat onze balans is versterkt en de schuldpositie onder tweemaal Ebitda is gekomen, neemt ook ons risicoprofiel af. Het gevolg is dat bepaalde fondsen die ons aanhielden voor kortetermijnrendementen er uit stappen en dat fondsen met een visie voor de langere termijn intreden. Spice One is een fonds dat naast rendement ook kijkt naar duurzaamheid en Renewi past daarin. Ik ben blij met deze investeerders die ook kijken naar onze doelstellingen en niet alleen ons rendement.

Op 12 oktober organiseert Renewi een Capital Markets Event voor analisten en beleggers. Wat wil je daarmee bereiken?

We willen daarin extra aandacht geven aan waarom en hoe we waarde aan afvalstromen gaan toevoegen. We laten zien welke investeringen we doen in een mix van fabrieken die we hebben gebouwd, aan het bouwen zijn, en willen gaan bouwen om specifieke afvalstromen hoogwaardiger te verwerken.

Wil je met die bijeenkomst dan ook extra kapitaal aantrekken?

Op dit moment kunnen we onze groei zelf financieren. Op de langere termijn denken we dat Renewi ook buiten de Benelux kan opereren en voor die groei zou extra kapitaal een optie zijn . Ik denk dan vooral aan de Noord-Europese markt. Op de kortere termijn is de bijeenkomst vooral bedoeld om de positie van het aandeel op de beurs te versterken. Ondanks de recente toegenomen beurswaarde, is de koers ten opzichte van vergelijkbare bedrijven relatief laag.

Hoort daar ook weer een dividenduitkering bij, want die is stopgezet in de coronaperiode?

Het is natuurlijk een van de manieren om aandeelhouders tevreden te stellen en dat is een optie die we in een van de komende jaren zullen overwegen. De meeste aandeelhouders zitten bij ons niet voor het dividend, maar kijken naar groei in de circulaire economie, wat rendement oplevert op de langere termijn.

Al enige jaren vallen de resultaten van ATM tegen en ook dit jaar zijn de verwachtingen niet waargemaakt. Wordt het niet tijd om ATM in de etalage te zetten?

Het herstel van de resultaten van ATM is minder snel dan we hadden verwacht, maar laat ik duidelijk zijn: er is meer omzet bij ATM en er is weer winst, waar vorig jaar geen winst was. Dus het gaat beter met ATM, maar het gaat langzamer dan we hebben voorspeld. Dat komt omdat de inkomende vervuilde grondstromen niet de volumes zijn die we hadden gehoopt, omdat grote projecten stilliggen. Ook de import van die stromen komt te langzaam op gang. Positief is dat we de problemen met de afzet hebben opgelost. We maken nu van de vervuilde grond zand en grind en daar is meer dan voldoende vraag naar. Het probleem heeft zich dus van de achterkant van de fabriek naar de voorkant verschoven. Het is echter onterecht om de grondreiniging als iets op zichzelf staand te beschouwen. Binnen ATM is de grondreiniging procesmatig nauw verbonden met de waterreiniging. ATM zelf is als onderdeel van de divisie Mineralz & Water essentieel voor de activiteiten die we daarin doen voor klanten, zoals het wassen van grond en bodemassen. Daardoor kunnen we vervuilde grond hergebruiken in plaats van storten en dus behoort ATM zeker tot onze core business. We zijn zelfs aan het kijken of we meer kunnen doen, bijvoorbeeld het verwijderen van PFAS uit vervuilde grond Daarmee boren we een nieuwe markt aan.