Penibele situatie recyclers toch op agenda Milieuraad

Tijdens de EU-Milieuraad in Luxemburg praten Europese milieuministers vandaag (17 juni) onder andere over de zogenoemde Circulaire Voertuigenverordening. In een schriftelijk overleg met de Kamer heeft demissionair minister Sophie Hermans (Infrastructuur en Waterstaat) nogmaals bevestigd dat Nederland hier zal pleiten voor een doelstelling voor de verplichte toepassing van plastic recyclaat in nieuwe auto’s van 25 procent. Precies het percentage waar ook de Commissie op mikte met haar oorspronkelijke voorstel voor de verordening. Duidelijk is echter dat er ook lidstaten zijn die voor een lagere percentage willen gaan.

De Commissie heeft zelf voor de start van de Milieuraad nog een extra agendapunt ingebracht voor de bijeenkomst. Ze vindt dat de milieuministers het vandaag ook moet hebben over de problematiek in de Europese recyclingsector, die onder andere geteisterd wordt door hoge energiekosten en moet zien te dealen met forse kostprijsverschillen tussen virgin en gerecycled plastic. Mogelijk dringt het besef door dat het twee voor twaalf is voor de recyclingsector. Begin deze maand riepen Fead en Euric de EU-politiek namens afval- en recyclingbedrijven nog op om snel steunmaatregelen te nemen voor de Europese kunststof- en textielrecyclingindustrie. Anders vrezen een ineenstorting van beide industrieën. Concreet willen ze tijdelijke financiële steun, dat de vraag naar gerecycled materiaal wordt gestimuleerd en een verlaagd btw-tarief voor hergebruik, reparatie en recycling. Én ze hopen op de introductie een verplicht ‘Made in Europe’-label voor gerecycled materiaal, om de vraag naar gerecycled materiaal en investeringen in sorteer- en recyclingtechnologieën binnen Europa te stimuleren.

Heet hangijzers 

Met de Circulaire Voertuigenverordening kunnen de milieuministers recyclers op enkele punten al tegemoet komen. De verordening stimuleert immers de vraag naar gerecycled materiaal. Maar de vraag is dus wel of de verplichte toepassing van plastic recyclaat in nieuwe auto’s van 25 procent in de verordening blijft staan, of dat deze toch nog wordt afgezwakt. Uit een impactassessment blijkt dat genoemd percentage haalbaar en realistisch is. Tijdens het schriftelijk overleg vroeg de PVV echter of het ook betaalbaar is, een vraag die ook bij kritische lidstaten zal leven. Hermans meent van wel. De Commissie schat in dat een percentage van 25 procent kan leiden tot een prijsverhoging van 15 tot 49 euro per voertuig. Dit is op de prijs van een nieuwe auto een verwaarloosbaar bedrag. Bovendien staat daar tegenover dat recyclers mogelijk 600 tot 700 miljoen meer omzet gaan maken.

Een bepaling uit de verordening die voorwaarden stelt aan de wijze van productie van plasticrecyclaat dat op de Europese markt wordt gebracht en die een gelijk speelveld moet garanderen voor Europese en niet-Europese recyclingbedrijven zal tijdens de Milieuraad ook nog ter discussie staan. Een aantal lidstaten zijn voor zo’n bepaling, die Europese recyclers zou ondersteunen. Tegelijkertijd zijn er echter lidstaten die vrezen dat deze bepaling in strijd zou kunnen zijn met regels van de Wereldhandelsorganisatie en een negatieve impact zou kunnen hebben op handel en relaties met derde landen.

Aanjager circulariteit

Wat er ten aanzien van de verplichte toepassing van plastic recyclaat in de Circulaire Voertuigenverordening komt te staan, is niet alleen van belang voor de circulaire transitie in de automotivesector. Plastics Europe stelde eerder al dat de inhoud van de verordening ook een precedent schept voor de verpakkingssector en andere sectoren, doordat de EU ermee het belang erkent van verplichte streefcijfers voor de verplichte toepassing van recyclaat als aanjager van circulariteit. In Luxemburg gaat het vandaag dus om voor veel meer dan alleen om circulaire voertuigen. En dat geldt dus nog eens extra nu de Commissie bijzondere aandacht heeft gevraagd voor de crisis in de recyclingsector.