Glunderende medewerkers bij werkbezoek Máxima
Koningin Máxima heeft zich tijdens een werkbezoek aan Friesland laten bijpraten over innovatieve samenwerking en initiatieven binnen de circulaire economie in de provincie. Een onderwerp dat overduidelijk haar interesse heeft.
De transitie maken naar circulair werken, kan eigenlijk geen bedrijf alleen. Maar door de samenwerking te zoeken in ketens, kan zelfs een midden- of klein bedrijf wel degelijk een verschil maken in die transitie. Met ongeveer die boodschap moet Koningin Máxima gisteren (26 juni) uit Friesland zijn vetrokken. Ze bracht er een werkbezoek aan leden van Vereniging Circulair Friesland (VCF). Deze bestaat uit 170 leden, waaronder 100 mkb-bedrijven en alle Friese overheden en kennis- en onderwijsinstellingen. De leden van de vereniging werken samen aan de uitvoering van de circulaire transitie in de regio. De ambitie is om in 2025 op dit gebied bij de koplopers in Europa te horen. De vereniging bestaat dan op de kop af 10 jaar.
Bottom-up
Koningin Máxima startte haar werkbezoek bij Omrin op Ecopark de Wierde. Hier kreeg ze onder andere uitleg over hoe het publieke afvalbedrijf tot hoge recyclingpercentages komt met haar nascheidingsinstallaties voor huishoudelijk restafval en kunststoffen. De koningin vroeg hier tijdens een rondetafelgesprek onder andere wat er nog moet gebeuren om de recyclingpercentages nog verder op te stuwen. Meer circulair ontworpen producten zouden enorm helpen, vertelden de deskundigen. Nog te veel verpakkingen zijn op dit moment nog lastig te recyclen.
Omrin-directeur en VCF-bestuurslid John Vernooij had de eer om Koningin Máxima op het ecopark te ontvangen, samen met VCF-directeur Evert Jan van Nijen. Volgens Vernooij was de koningin erg geïnteresseerd in de bottom-up-aanpak voor de transitie naar een circulaire economie in Friesland, die inmiddels ook elders in het land navolging krijgt. Friese bedrijven hebben in zijn ogen laten zien dat ze – door elkaar op te zoeken – echt een beweging op gang kunnen brengen. Het hoge bezoek vervulde hem toch wel met trots: in Friesland is iets bijzonders aan de hand.
Kleine zaadjes
Tijdens het werkbezoek werd duidelijk hoe lokale initiatieven uiteindelijk een groot verschil kunnen maken voor de circulaire economie. Na Omrin bezocht de koningin bijvoorbeeld het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics (NTCP). Het centrum startte in de regio maar wist als onafhankelijke R&D-organisatie uit te groeien tot een internationaal erkend kenniscentrum. Het Friese testcentrum werkt nauw samen met de hele verpakkingsketen wereldwijd.
Bij Nedcam, een bedrijf dat zich richt op de productie van circulaire kunststof mallen voor onder andere de jachtbouw, de windsector en de bouw, zag de koningin hoe een ‘circulair ecosysteem’ een mkb-bedrijf verder kan helpen steeds meer circulair te werken. Nedcam benadrukte het belang van samenwerking met overheden en kennisinstellingen in zo’n systeem. De gemeente Heerenveen vertelde er hoe ze bewust werkt aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven met circulaire ambities.
Bij Miedema Bouwmaterialen in Leeuwarden tot slot hoorde Koningin Máxima hoe dit bedrijf partners in de keten verleidt tot het toepassen van meer biobased bouwmaterialen, maar bijvoorbeeld ook materialen gemaakt van afgedankte spijkerbroeken of melkpakken.
Waardering
Voordat Koningin Máxima huiswaarts keerde liet ze weten het fantastisch te vinden hoe Friesland bezig is met duurzaam gebruik van grondstoffen. Maar waarom de circulaire economie nu precies haar bijzondere aandacht lijkt te hebben en of ze voor haar zelf een rol ziet in het bevorderen van de transitie, werd niet duidelijk. Voor vragen van de pers was geen ruimte. Ondertussen bezocht ze dit jaar echter ook al de nieuwe kunststofsorteerlijn van Renewi in Acht en hield ze een toespraak tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie (NCCE). Eerder bezocht ze al sportschoenrecycler FastFeedGrinded, textielsuper Zeeman (in het kader van circulaire kleding) en verschillende bouw- en sloopbedrijven in Heerde en Utrecht (in het kader van circulair bouwen).
In haar keynote op de NCCE benadrukte de koningin de noodzaak van een circulaire economie en legde ze de vinger op de zere plek in de transitie. “Over zes jaar moet circulaire financiering 'business as usual' zijn. Maar er is nog veel onzekerheid over hoe dat in te richten. Er is nog veel kennisontwikkeling nodig - niet alleen voor de banken, maar ook voor de ondernemers”, zo stelde ze toen.
Of Koningin Máxima zichzelf ziet als mogelijk ambassadeur van de circulaire economie mag dan nog niet duidelijk zijn, wat wel duidelijk is dat ze met haar werkbezoeken voor vele glunderende gezichten zorgt. Ook gisteren bleek maar weer dat de aandacht van de koningin mensen raakt, zowel directeuren en bestuurders, als de vele medewerkers die zich elke dag weer inzetten voor een (iets meer) circulaire economie. Misschien is dat dan ook wel de grote winst: wie werkt aan de circulaire economie, mag daar meer dan een beetje trots op zijn.
