Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 28 juli 2025

Terechte dwangsom voor opslag shredderresidu ondanks vergunning

Hoewel een metaalhandel een vergunning had voor de opslag van shredderresidu, mocht de provincie Noord-Brabant toch een last onder dwangsom opleggen om de opslag te beëindigen. De partij shredderresidu leidde namelijk tot brand en mogelijke milieuschade.

Een metaalhandel kreeg in april dit jaar drie lasten onder dwangsom opgelegd door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant. Het bedrijf sloeg een partij shredderresidu op in de open lucht. Daardoor ontstond broei in de partij en brak meermaals brand uit. Het uitspoelen van blus- en koelwater zorgde vervolgens voor de verspreiding van mogelijk schadelijke stoffen. Allemaal overtredingen van de zorgplicht uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), vond de provincie, die het bedrijf gelastte de volledige partij shredderresidu af te voeren en voorlopig geen afvalwater op het gemeentelijk riool te lozen. Anders kon de metaalhandel ruim 1 miljoen euro in dwangsommen verbeuren. 

De metaalhandel was het niet eens met de lasten onder dwangsom en stapte naar de rechtbank Oost-Brabant. De voorzieningenrechter deed eerder deze maand uitspraak en oordeelde dat, hoewel de provincie hier en daar wat te streng was, de lasten onder dwangsom grotendeels terecht waren opgelegd.

Overtreding?

Ten eerste was er de vraag of er wel sprake was van een overtreding. De metaalhandel vond van niet, want de opslag van shredderresidu is toegestaan in de omgevingsvergunning van het bedrijf. Maar het college voert aan dat het hier niet gaat om een overtreding van de vergunning, maar van het Bal. In het kader daarvan hebben bedrijven bij milieubelastende activiteiten een specifieke zorgplicht om negatieve gevolgen te voorkomen.

De rechter oordeelt dat het bedrijf niet aan die zorgplicht heeft voldaan door de wijze waarop deze specifieke partij shredderresidu wordt opgeslagen. Door de verkeerde opslag is broei en brand ontstaan, en bij het blussen daarvan zijn belastende emissies ontstaan naar de lucht, water en naar de bodem. Al met al vindt de voorzieningenrechter daarmee dat het vaststaat dat de opslag van het shredderresidu nadelige gevolgen kan hebben voor de omgeving en dat er sprake is van een "evidente schending" van de zorgplicht. Daarom is de provincie bevoegd te handhaven met een last onder dwangsom. "Dat de omgevingsvergunning de opslag van shredderresidu op zich toestaat, maakt dit niet anders, omdat deze partij shredderresidu onmiskenbaar gevaar oplevert voor het milieu", aldus de rechtbank.

De rechter vindt het daarom ook niet onredelijk dat de provincie het bedrijf gelastte de hele partij af te voeren. Maar de provincie mag de metaalhandel niet beletten om nieuwe partijen aan te voeren: of zo'n partij een gevaar vormt, is namelijk nog niet gebleken. Als de provincie verder vindt dat het bedrijf in algemene zin meer maatregelen moet treffen om broei en brand te voorkomen, kan het daarvoor voorschriften opstellen, maar dat hoort niet thuis in een last onder dwangsom. In die zin is de last van de provincie te verstrekkend, en de voorzieningenrechter herformuleert de last daarom. Het bedrijf moet wel zelf zorgen dat het bij het innemen van nieuwe partijen shredderresidu, ook kan aantonen dat het om een andere partij gaat. Dat kan door middel van administratie en gescheiden opslag.

Lozen afvalwater

Hoewel de metaalhandel niet betwist dat vlak na de branden het afvalwater van het bedrijf te veel gevaarlijke stoffen bevatte om te lozen op het gemeentelijk riool, zou dat volgens het bedrijf inmiddels wel prima kunnen. Uit eigen watermonsters blijkt dat de waarden "in orde" zijn. De last onder dwangsom voor het lozen van afvalwater zou daarom niet langer nodig zijn. 

De rechter overweegt dat de verontreiniging van het afvalwater het gevolg is van het blussen en nathouden van een specifieke partij shredderresidu. Inmiddels heeft de metaalhandel apparatuur om broei beter te kunnen monitoren. Daarmee is het volgens de rechter waarschijnlijk dat geen verdere verontreiniging van afvalwater meer zal plaatsvinden. Tegelijkertijd moest ten tijde van de zitting nog gewacht worden op een analyserapport van de provincie zelf. De rechter draagt de provincie daarom op om te zorgen dat het binnen twee weken na de uitspraak voor de metaalhandel duidelijk is of, wanneer en onder welke voorwaarden lozingen op het riool kunnen worden hervat. Als dat niet gebeurt, schorst de rechter deze last.

Hoogte dwangsom

De rechter oordeelt verder dat de hoogte van de dwangsom en de lengte van de begunstigingstermijn redelijk zijn. Het bedrijf gaf aan hierdoor in financiële nood te komen, maar kon dat niet ondersteunen met financiële gegevens.