Afvalscheiding in KWD: geen goudmijn, wel de norm

In de kantoor-, winkel- en dienstensector (KWD-sector) vindt een meerderheid van ondernemers (82 procent) het scheiden van bedrijfsafval belangrijk. Acht op de tien (82 procent) geven daarbij aan dat afvalbeleid goed wordt nageleefd door het personeel. Bij veel bedrijven in de KWD-sector (89 procent) wordt op de werkvloer dan ook afval gescheiden, ook als dat niet verplicht is. De meeste bedrijven (90 procent) scheiden papier en karton. Ook worden glas (78 procent) en plastic verpakkingsmateriaal (69 procent) veelal gescheiden. Vier op de tien bedrijven (38 procent) geven aan dat zij enkel restafval scheiden. Dat blijkt uit onderzoek dat Ipsos I&O vorig jaar uitvoerde bij bedrijven in de KWD-sector.

Zes op de tien ondernemers (61 procent) zeggen dat het scheiden van afval hun geen kostenbesparing oplevert. Een subsidie of andere financiële prikkel zou de helft van de ondernemers (46 procent) ook niet helpen om hun afval beter te gaan scheiden. Tegelijkertijd zegt een kwart (26 procent) door een financiële prikkel wél beter hun afval te gaan scheiden. Dit betekent dat er een potentiële groep is die gestimuleerd kan worden om afval beter te scheiden.

Redenen waarom bedrijven hun afval niet of maar beperkt scheiden, zijn de kleine hoeveelheden afval die in sommige bedrijven vrijkomen en ruimtegebrek. En het uitblijven van financiële voordelen is voor een aantal van de ondervraagde ondernemers dus een reden om niet in te zetten op afvalscheiding.

Wettelijke verplichting

In Nederland zijn bedrijven met een oppervlakte van meer dan 40 vierkante meter en met meer dan 240 liter afval per week verplicht om hun afval te scheiden. Zeven op de tien ondernemers in de KWD-sector (70 procent) hebben volgens het onderzoek minder dan 240 liter bedrijfsafval per week. Een grote meerderheid (68 procent) zegt dat hun afvalcontract aan de eisen van de wet voldoet. Het zijn vooral de grotere bedrijven (>50 werkzame personen) met meer dan 240 liter afval per week die aan deze eisen voldoen.

In 2023 spraken een aantal concurrerende inzamelaars van bedrijfsafval onderling trouwens al af dat nieuwe klanten die meer dan 240 liter bedrijfsafval kunnen aanleveren altijd een contract aangeboden krijgen voor minimaal twee gescheiden afvalstromen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaf haar fiat voor die afspraken, omdat deze aansluiten bij de wettelijke scheidingsplicht die geldt voor veel ontdoeners van afval, maar in de praktijk niet volledig kan worden gehandhaafd door bevoegde instanties.